‘Feeler geeft veel waar voor z’n geld’

Jan-Nico Kisters van Techno-Center Vessem en Erik van Rooy (rechts) bij een van de zeven Feeler CNC machines van Adra Metaalbewerking. “De Feeler machines passen goed bij ons werk, aldus van Rooij.

Het is al 10 jaar geleden dat Erik van Rooy van Adra Metaalbewerking in Westerhoven zijn eerste Feeler CNC machine aanschafte. Inmiddels zijn het er al zeven. “We zijn er dik tevreden over”, zegt Van Rooy. “Ze hebben ontzettend weinig stilstand en vallen allemaal nog binnen de specificaties die bij de verkoop zijn afgegeven.”

Erik Van Rooy is in 1992 met zijn bedrijf begonnen. Naast zijn baan als gereedschapsmaker nam hij verscheidene karweitjes aan, die hij in zijn vrije tijd op een conventionele draaibank in zijn schuur uitvoerde. Het geld dat hij daarmee verdiende, herinvesteerde hij in gereedschappen en meetmiddelen. Toen die op orde waren, kwam er ook een freesbank. Om meer kans te maken op een van de schaarse kavels op het bedrijventerrein van Westerhoven, behaalde hij aan de keukentafel zijn ISO 9001-certificaat. Die kavel kreeg hij en toen daar eenmaal een hal met woning was gebouwd, kwamen ook de eerste medewerkers. “We maakten en maken nog steeds vooral handzame producten die je in een doosje naar buiten kunt dragen. Enkelstuks en series tot tien stuks, allemaal met een korte doorlooptijd. Het zijn echt machine-onderdelen, op een honderdste mm nauwkeurig, niet supercomplex.”

Hoogopgeleid personeel
Aanvankelijk werden de producten alleen op conventionele machines gemaakt. Die staan er nog steeds en zijn nog volop in bedrijf. Maar toen er twee CNC freesbanken en een CNC draaibank bijkwamen, kwam de ontwikkeling van Adra Metaalbewerking in een stroomversnelling. En de ontwikkeling nam echt een  hoge vlucht toen de Philips bedrijfsschool ophield te bestaan. Adra nam drie medewerkers daarvan over en is daarna geleidelijk aan doorgegroeid naar nu ruim twintig medewerkers en een aantal parttimers. Met uitzondering van 2009 is het elk jaar beter gegaan, waarbij Erik Van Rooy gelooft in hoogopgeleid personeel. “We hebben hier vier HTS-ers en zij vormen de sleutel tot het succes. Ze kunnen alle machines en ook onze robotcel bedienen. Ooit programmeerden we alles met de hand aan de machines, nu doen we dat digitaal, waardoor de programmeertijd ruim is gehalveerd. Hoogopgeleide medewerkers brengen een metaalbewerkingsbedrijf echt op een hoger niveau.”

In eigen regio
In de productiehal staan diverse merken machines, waaronder het Taiwanese merk Feeler. Erik Van Rooy doet zijn investeringen het liefst in zijn eigen omgeving. Hij streeft naar langdurige relaties met zijn medewerkers maar ook met leveranciers en klanten in de regio. Machine Care uit Vessem deed voor hem het onderhoud aan de conventionele Deckel verspaningsmachines, zo kwam hij ook in contact met Jan-Nico Kisters van Kisters Machines en Bas Meijer van VectorCAM. Machine Care en Kisters zijn vorig jaar opgegaan in Techno-Center Vessem dat nauw samenwerkt met VectorCAM. “Dat werkt ideaal”, zegt Erik Van Rooy. “Als er wat is rij je zo naar Vessem. Ondersteuning is altijd dichtbij.”
Maar bij de aanschaf van een CNC machine wil je natuurlijk wel zekerheid dat je iets goeds koopt. Feeler had 10 jaar geleden niet veel referenties, maar Van Rooy kon wel ergens een machine bekijken en zag daar aan de krullen dat er ontzettend veel op werd verspaand. Dat beeld en het vertrouwen in de dealer dicht in de buurt, deden hem besluiten zijn eerste Feeler aan te schaffen.

Veel waar voor je geld
En daar heeft hij nooit spijt van gehad. “De prijs/kwaliteit verhouding is prima bij Feeler. Dat is echt hun troefkaart. Je krijgt veel waar voor je geld. De machines passen goed bij ons werk, ze zijn prima voor gewoon 3-assig freeswerk. De meeste machines hebben een slag van 1000×500 mm, maar we hebben er ook een met een slag van 1800 mm. Die hebben we volgebouwd met klemmen om verschillende kleine producten efficiënt te kunnen bewerken.  De snelheid van de machines is goed. We hebben verschillende types. De ene haalt hoge snelheden, de andere is wat trager en sterker.”

Liever werkdruk dan prijsdruk
De productieruimte van Adra Metaalbewerking bestaat uit twee delen. In de prototype hal worden enkelstuks verspaand op conventionele draai- en freesbanken. Daarnaast is er de CNC-afdeling met de  Feelers, maar ook met enkele Mazak machines. Zoals een Integrex draaifreesbank, die 80 uur per week maakt, en een 5-asser met een BMO robotcel. Iedereen is verantwoordelijk voor alles. Alle operators hebben een laptop – er wordt niet centraal geprogrammeerd – en ze lopen aan alle machines door elkaar heen.
Het loopt lekker, al vormen de 18.000 tekeningen per jaar die door drie man moeten worden verwerkt, een hele uitdaging. “Dat is vijf tekeningen per man per dag, wat al aangeeft  hoe klein de series zijn.” Ze zijn dus druk bij Adra Metaalbewerking, maar dat vindt Van Rooy niet erg. “We kunnen goed ons geld verdienen en ik zit liever met werkdruk dan met prijsdruk. We moeten wel altijd heel goed kijken welk producten we op welke machines maken. We hebben banken uit de jaren zestig laten reviseren, daar is het machine-uur tarief wel af. Regelmatig resulteren de prototypes die we in de conventionele hal maken in series van 10 tot 50 stuks. Daar hebben we dan de CNC-machines voor.”

Adra wil niet groter worden in personeel. De kunst is om de omzet omhoog te tillen met hetzelfde aantal mensen. Door te investeren in de meetkamer (want steeds meer klanten vragen om een meetrapport en/of een materiaalcertificaat) en in goede machines en de uitrusting daarvan, zoals goede pallet- en producthandling, zit meer omzet er nog wel in.

Ondertussen denkt Erik Van Rooy ook al na over de toekomst op wat langere termijn van zijn bedrijf en van hem zelf. Twee HTS-ers zitten al in het managementteam, zij zullen in 2025 de zaak helemaal overnemen. Van Rooy weet al wat hij daarna gaat doen: jonge mensen opleiden. “Jongens enthousiast maken voor draaien en frezen vind ik geweldig. Dat doe ik altijd al en regelmatig houden we daar ook personeel aan over. Vijf van onze medewerkers zijn hier begonnen als oproepkracht.”